
Eind juni vinden we een uitnodiging voor een feestje in onze brievenbus. Een feestje in Zwolle. Wat een verrassing! De uitnodiging krijgt een prominente plek in onze woonkamer. Na het ophalen van herinneringen aan een mooie tijd worden we weer in beslag genomen door alledaagse beslommeringen. Als de datum van het feest nadert ontdek ik dat ik niets heb om aan te trekken. Ik koop een nieuwe jurk
en dan is het eindelijk zover. We maken ons klaar, grijpen de cadeautjes van tafel en springen in de auto. Onderweg worden we overvallen door gevoelens van melancholie en we kijken 20 jaar terug. Dit is wat Zwolle met ons doet. We hebben er gewoond, zeven fantastische (in dit geval is het woord ‘fantastisch’ geheel gerechtvaardigd) jaren. Onze verhuizing voelde als één groot avontuur. We waren jong, we gingen samenwonen en een nieuwe stad ontdekken. Tegelijkertijd was de verhuizing een vlucht uit de omgeving die ons zo verstikte. Zwolle werd ons nieuwe thuis. We vonden onze weg, we hadden leuk werk en dito collega’s en maakten nieuwe vrienden. En we hebben er gefeest, goed gefeest. Na verloop van tijd werd het stappen minder en vriendschappen verder verstevigd. We werden volwassen; we kregen onze beide jongens en kochten ons eerste huis. Manlief werd overgeplaatst naar het westen van het land en was minder thuis. Dat veranderde ons Zwolse leven. Ik miste familie om ons heen. Impulsief hebben we de knoop doorgehakt, we verhuisden weer naar Hengelo. Met hoop in ons hart. Eenmaal terug in Hengelo werd ons leven in Hengelo goed; leuk werk, lekker wonen met goede buren en fijne vrienden. Toch blijft Zwolle aan ons trekken, nog steeds. De autorit vordert, inmiddels zijn we beiden diep in gedachten verzonken. We komen aan en parkeren onze auto. Als we de zaal binnenkomen worden we enthousiast begroet. We voelen ons meer dan welkom en mengen ons tussen de gasten. Het feest is zo leuk; we kletsen bij met oude bekenden en maken kennis met nieuwe gezichten. Er wordt vooral veel gelachen en geproost! Het is al na middernacht als we afscheid nemen en goede voornemens tot snel-weer-zien uitwisselen. Dan is het echt tijd om te gaan. De terugweg zijn we stil, slechts af en toe grinnikend over de afgelopen avond of om anekdotes van vroeger. Eenmaal thuis duiken we moe maar voldaan ons bed in. De volgende ochtend kijken we elkaar aan; het is koopzondag in Zwolle. We hoeven niets te overleggen; we zijn er nog niet aan toe om uit deze fijne Zwolse sfeer te raken. We worden heel efficiënt; we kleden ons aan, laten Bentley uit en dan rijden we dezelfde route als nog geen 24 uur geleden. Als we een goed uur later met zijn tweetjes heerlijk op een Zwols terras in het zonnetje zitten te lunchen weten we het zeker, ooit gaan we terug. Voorgoed. En ook al vermoeden we dat het waarschijnlijk nooit gaat gebeuren, voor nu is de gedachte alleen al even goed genoeg.