
Tijdens de koude, natte wintermaanden zou ik het bijna vergeten: onze vorig zomer spontaan aangeschafte caravan. Maar zodra het eerste zonnetje zich laat zien, borrelen er allerlei kampeerbestemmingen voor langere en kortere vakanties op. Eerst laten we de caravan laten keuren en van een extra groot dakraam voorzien, dus we halen ‘m uit de winterstalling en brengen ‘m weg.
Terwijl de caravan wordt aangepast aan onze wensen, werken wij ons systematisch door alle benodigdheden heen om te ontdekken of we iets missen. We lijken compleet en de voorpret is begonnen. Om Rover te laten wennen aan het reizen en om te bekijken hoe het slapen in de caravan gaat met twee honden, spreken we af om het eerste weekend niet al te ver te gaan. Samen met neef van manlief en vrouw bespreken we een lang weekend op de Veluwe. Ondanks een koude en natte start is het gezellig; Bentley en Rover gedragen zich voorbeeldig, wij kletsen gezellig bij, de barbecue staat bijna non-stop aan en iedere dag wordt het weer beter. Ons leven is mooi. De laatste avond gaan vrouw-van-neef en ik samen aan de afwas. Mijn oog valt terloops op haar inventieve afwasmandje, een plastic kuipje voorzien van hippe hengsels, alles in de frisse kleurtjes van nu. Mijn opvouwbare afwasteiltje, vorig zomer met de grootst mogelijke zorg uitgezocht, steekt er schril bij af. Het is druk bij de afwas en als ik voorzichtig om me heen kijk, zie ik iedereen met hetzelfde soort mandje-met-hengsels. Gezellig keuvelend probeer ik mijn aandacht van het teiltje af te leiden. Als we de volgende ochtend terugrijden naar huis, biecht manlief me iets op: hij wil dezelfde mobiele koelkast als neef. Hij heeft er goed over nagedacht en binnen no-time passeren grootse voordelen de revue; eten voor de hondjes, koel bier en ditto wijn. Ik kan me bijna niet voorstellen hoe we ons tot nu toe zonder de extra koelkast hebben kunnen redden en stem in. De koelkast is prijzig, maar manlief is bijna jarig dus dit wordt een fantastisch cadeau. Dan moet ook ik met de billen bloot; ik wil echt supergraag zo’n hip afwasmandje met hengsels. Manlief begrijpt me en op de eerste de beste vrije middag springen we in de auto en rijden naar de kampeerwinkel. Binnen is het felbegeerde afwasmandje het allereerste item dat we tegenkomen. Het móet wel een verkoop-hit zijn, dat kan bijna niet anders. Met een elegante boog zwier ik ‘m in onze kar. Mijn deel van de buit is binnen. Dan beginnen we aan het grote strategische struinen; pad voor pad gaan we door de winkel om er zeker van te zijn dat we niets missen op het gebied van de laatste kampeertrends. Als ik even mijn aandacht laat verslappen ben ik manlief plots kwijt. Ik kijk rond en vind ‘m terug terwijl hij met een grote grijns op z’n gezicht bezig is een forse mobiele koelkast bovenop onze winkelkar te parkeren. Als dat is gelukt gaat hij slaat hij af in de richting van allerlei mannendingen; ik zie rekken vol met haspels, snoeren en stekkers. Het kan mij niet boeien en ik scharrel richting de kampeerkleding. Als het juiste verlengsnoer is gekozen, rekenen we het astronomische bedrag af en rijden we naar huis. Dan staat het volgende weekend alweer voor de deur; Luxemburg it is. Het is stralend weer en de reis verloopt soepeltjes. Als we op de vooraf geboekte camping aankomen blijkt dit een goede keuze. We zetten de caravan op een rustige plek met mooi uitzicht, draaien de luifel uit en installeren onze spullen. De koelkast en het mandje krijgen heel precies hun eigen plek. We voeren Bentley en Rover en laten ze uit. Als de honden lekker liggen, gaan we zelf ook eten. Wat laat, maar wat maakt het uit, het is vakantie tenslotte. Na ons avondmaal pak ik mijn überhippe-afwasmandje-met-hengsels en ga op zoek naar de afwasplek. Het is er rustig. De enige andere campinggast die aan de afwas is heeft een schamele emmer vol met vieze vaat. Ik doe mijn best om niet protserig over te komen met mijn mandje. De volgende dagen valt me langzaam op dat ik de enige ben met zo’n cool mandje. Ik begrijp er niets van, het houdt me behoorlijk bezig. De laatste avond in de afwas-area, installeert zich een dame naast me met eenzelfde hip mandje. Ik zoek oogcontact. Als ze me toevalligerwijs aankijkt knipoog ik naar haar, voorzien van een knik van verstandhouding. Ze lijkt me niet te begrijpen, maar knikt desalnietemin beleefd terug. Net op het moment dat ik haar wil uitleggen dat zij en ik de afwas-fashionista’s zijn op deze gemoedelijke camping, komt haar man erbij staan. In vlot Luxemburgs voeren ze een gesprek waar ik geen woord van begrijp. Heel even heb ik het gevoel dat ze al pratend mijn kant op kijken. Ik verhoog mijn tempo, pak mijn afwasmandje weer in en ga terug naar de caravan. Terwijl ik de boel opruim bedenk ik me dat dit vast het lot is van de trendsettende kampeer-top, modebewust en op eenzame hoogte.