
Het is december, maand van feest, familie en cadeautjes. Naast Sinterklaas en Kerst, is onze kleinzoon in december jarig, hij wordt twee jaar. De maand begint voor mij niet optimaal; geveld door een fikse griep lig ik onder een dikke deken op de bank. Als ik me na een aantal dagen langzaam iets beter begin te voelen, belt schoondochter. Ons oogappeltje is ook ziek, kan niet naar het
kinderdagverblijf en komt een paar uurtjes bij ons. Als hij die middag wordt gebracht, is het overduidelijk. Hij ziet pips en een dikke snottebel siert zijn gehavende neusje. We nemen ‘m over van schoondochter, helpen ‘m uit z’n jasje, vegen voorzichtig z’n snoet schoon en maken een bekertje thee met honing voor hem. Manlief haalt het speelgoedkeukentje naar beneden en kleinzoon beloont z’n opa met een grote waterige glimlach. Hij scharrelt naar z’n keukentje en kokkerelt er al snel lustig op los. Vanaf de bank slaan we ‘m gade, terwijl we op verzoek bekertjes denkbeeldig leegdrinken en plastic eten fictief weghappen. Plotseling lijkt er iets mis, kleinzoon staat op en gaat vastberaden achter de eettafel staan, met de rug naar ons toe. Gehurkt naast hem vraag ik wat eraan scheelt, maar hij draait zijn rug nog iets verder naar me toe. Ik kriebel ‘m even op zijn rug, stel ‘m gerust en besluit hem dit momentje maar even te gunnen. Ik kruip vermoeid weer op de bank, terwijl ik kleinzoon van een afstandje in de gaten hou. Ineens draait ie zich om, kijkt ons over de tafelrand aan en dan breekt er een grote glimlach op z’n gezichtje door. Alles is weer goed en hij gaat weer spelen. Ik geniet van de rust en de afleiding die het kleine mannetje met zich meebrengt. Hij speelt nog even verder en dan kruipt ie bij me op de bank, onder de deken. Ik pak de iPad en zet een van zijn favoriete kinderprogramma’s voor hem op. Mijn gedachten dwalen af, ik overdenk de afgelopen twee jaar. Iedere keer wanneer die kleine bij ons is, lijken we in een soort van vacuüm terecht te komen; heel even bestaat er niets anders dan onze kleinzoon. Plotseling schrik ik van de postbode en het geblaf van Bentley en Rover dat daarop volgt. Ook kleinzoon schrikt en begint te snikken, gevolgd door een fikse golf spuug. Regelrecht over me heen. Terwijl manlief en ik om beurten kleinzoon en de bank schoonpoetsen, kalmeert ie. Zijn traantjes zijn snel gedroogd. Nadat ook de bank weer is schoongemaakt kruipen we samen weer onder de deken, zijn handje in mijn hand. Als zijn mama later die middag haar zoon komt halen, is hij alweer lekker aan het spelen. Schoondochter blijft gezellig eten en dan gaan ze weer naar huis. De dagen erna knap ik langzamerhand op. Dat is fijn, want dat weekend komen onze oudste en zijn vriendin bij ons logeren. Onze jongens en meiden hebben op zaterdagavond een avondje uit gepland samen en dat betekent dat kleinzoon bij ons komt slapen. Die middag stuur ik een familie-appje dat we met z’n allen de schoen zetten, het is tenslotte bijna Sinterklaas. Zo gezegd, zo gedaan. Er wordt gezongen en als de jongelui het pand met veel bombarie hebben verlaten, ploffen manlief en ik naast elkaar op de bank. Kleinzoon heeft zich lekker in een hoekje genesteld, met een dekentje over z’n beentjes en de honden tegen ‘m aan. Het is gezellig en heerlijk rustig, en we stellen het moment waarop ie naar bed moet nog maar eventjes uit. Maar dan is het toch echt bedtijd. Ik help ‘m in z’n pyjamaatje, poets zijn tandjes en was handjes en snoet en dan ligt ie in z’n bed. Hij valt direct in slaap. De volgende ochtend, als we beneden komen, zijn alle schoenen gevuld. Die van kleinzoon met chocolade en een cadeautje, die van de zes volwassenen met chocoladeletters en, tot onze verrassing, een cadeautje voor ons. Kleinzoon pakt z’n pakje uit, we ontbijten en daarna gaat manlief een stukje fietsen, de kleine achterop. Als ze terugkomen hebben ze de grootste lol. Eén voor één ontwaken de jongelui en komen ze binnendruppelen. Het is gedaan met onze rust. De rest van de dag brengen we grotendeels met z’n allen door; zoons, schoondochters en kleinzoon. Maar zo plotseling als ze zijn opgedoken, gaat ook ieder weer z’n eigen weg; jongste en zijn gezin gaan naar vrienden en na het eten vertrekken oudste en zijn vriendin weer naar Den Haag. Wij zitten redelijk afgedraaid op de bank. Tevreden, dat wel, maar afgedraaid. Als ik wat gedachteloos voor de t.v. hang, bedenk ik me dat van alle cadeautjes die deze maand worden uitgedeeld er maar één is die er echt toe doet, dat is onze kleinzoon. Daar kan niets tegenop!