
Een paar weken geleden is het eindelijk zover, vriendin-collega neemt me mee voor een high wine. Het is een verlaat verjaardagscadeau en ik verheug me er al weken op. Goed voorbereid stap ik die vrijdagochtend op de fiets naar mijn werk, dan kan ik na het werk zó door. De hele dag hebben vriendin-collega en ik voorpret. We worden steeds meliger en stellen ’s middags zelfs een schlager-
uurtje in, waarbij we de dienstdoende studenten en passant nog wat kennis over de seventies bijbrengen. Vriendin-collega brengt eerst haar auto naar huis om daarna met de bus naar de stad te gaan. We spreken om zes uur af. Ik ruim op tijd mijn spullen op, loop naar de fietsenstalling, gooi mijn handtas en mijn zware werktas in de mand voorop en vertrek naar het centrum van Enschede. Om klokslag zes uur parkeer ik mijn fiets op de Oude Markt. Mooi op tijd. Ik loop naar het café waar we hebben afgesproken, ga naar binnen en kijk of mijn vriendin er al is. Vrijwel direct komt er een hippe ober op me af met de vraag of hij kan helpen. Ik vertel dat ik mijn vriendin zoek en dat we hebben gereserveerd voor een high wine. Hij kijkt tussen de reserveringen in de agenda en ziet dat haar naam is doorgestreept; dat betekent dat ze er al zou moeten zijn. Ik kijk zoekend om me heen, maar ik zie haar niet. Afgeleid door een stelletje met kinderwagen blijf ik even staan. Dan vraag ik de hippe ober of híj mijn vriendin ziet. Hij zoekt goed mee, ondanks dat hij geen idee heeft hoe ze eruit ziet. We lopen samen al zoekend en kletsend van voor naar achter door de zaak en weer terug. We zien haar niet. Ik bedank de hippe ober en zeg dat ik gewoon ergens aan een tafeltje op haar ga zitten wachten. Ze zal zo wel komen. Dan word ik weer afgeleid door het stelletje met de kinderwagen. Ze zijn inmiddels klaar om te vertrekken en lopen voor mij langs naar buiten. Plotsklaps verschijnt mijn vriendin in beeld; zit zat blijkbaar al die tijd al bellend aan het tafeltje achter het stel met de kinderwagen. We zien elkaar, zwaaien enthousiast en beginnen te lachen. We vragen de hippe ober om een tafeltje vooraan bij het raam. De hippe ober is ook blij als we, eindelijk herenigd, aan het gewenste tafeltje zitten. Even later hebben we ons eerste glas wijn voor ons staan. We proosten en dan komt ook de eerste ronde hapjes eraan. Het is heerlijk! We kletsen alsof we elkaar weken niet hebben gezien. Bij de tweede ronde komt de hippe ober vragen of we van de witte wijn willen overstappen op rosé, zoals de high wine bedoeld is. We kijken hem geschokt aan en ik vertel hem dat rosé voor watjes is. Vriendin knikt instemmend terwijl ze de hippe ober streng aankijkt. We willen graag over op rood. Hij brengt twee gevulde wijnglazen, zet ze voor ons neer, snelt weer weg en komt dan met twee glazen water weer terug. “Voor de zekerheid, dames”, zegt hij gniffelend. Vriendin en ik nemen braaf een slokje water. We vinden het een goed idee van onze ober. Het tweede rondje met lekkernijen wordt gebracht en we genieten verder. Na de derde ronde zitten we helemaal vol. We hebben nog geen zin om naar huis te gaan en blijven gezellig zitten. Als het kwart over tien is, vinden we het welletjes. Ik pak mijn fiets en we lopen samen naar het station. Vriendin wijst me snel en duidelijk waar ik langs moet; ze is wat bang dat me iets overkomt op dit tijdstip alleen op de fiets. Ik stel haar gerust, we nemen afscheid met de belofte dat ik haar app als ik thuis ben. Ik app naar manlief dat ik vertrek, wijs zijn aanbod om me op te halen af en begin vol goede moed aan de bijna 40 minuten durende fietstocht. Mijn handtas en mijn zware werktas weer in de mand aan mijn stuur. De temperatuur is aangenaam en het is lekker op de fiets. Als ik halverwege ben, voel ik dat er iemand achter me is komen fietsen. Ik hou in, fiets iets langzamer en verwacht dat ik word ingehaald. Dat gebeurt niet, dus ik kijk achterom. Net op dat moment wil de fietser langs me heen, hij begint tegen me te roepen dat ie er langsgaat, ik schrik en met de zware tassen in de mand aan mijn stuur begin ik te wiebelen. Op tijd weet ik te corrigeren en net als ik weer in een rechte lijn fiets, voel ik een tak in mijn gezicht zwiepen. Hè bah. Ik stuur mijn fiets naar het midden van het pad en fiets verder Ik laat mijn leuke avond en mijn goede humeur niet verpesten, niet door de roepende fietser én niet door een zwiepende tak. Na 40 minuten ben ik thuis. Mijn fiets gaat in de garage en ik sluit de boel goed af. Als ik binnenkom zit manlief voor de tv. Hij wil weten hoe het was, maar ik geef aan dat ik eerst vriendin moet laten weten dat ik veilig en wel thuis ben aangekomen. Ze appt terug dat ze nog in de bus zit, we hadden niet op het reisschema gekeken; ze heeft 20 minuten zitten wachten voordat haar bus vertrok. Vriendin en ik appen nog even over hoe gezellig het was, wensen elkaar een fijn weekend en dan doe ik mijn echtgenoot uitgebreid verslag van de gezellige avond en de lekkere hapjes. Eenmaal in bed overdenk ik de avond nog een keer; de hippe ober, de lekker wijn en de zwiepende tak. Met een grote glimlach op mijn gezicht draai ik me op mijn zij en ga slapen.