
Hij is nu 2 jaar en 7 maanden, onze grote kleine en altijd vrolijke kleinzoon. Naast vrolijk, is het ook een lief mannetje. Iedere dinsdag is ie bij ons en heeft mijn echtgenoot een opa-oppas-dag. Ze zijn erg aan elkaar verknocht en ondernemen samen van alles. Ook deze dinsdag wordt kleinzoon al op tijd bij ons afgeleverd, ondanks de vakantieperiode van schoondochterlief. Ik ben nog op de
badkamer, mezelf geestelijk en lichamelijk aan het voorbereiden op een nieuwe werkdag, als ik hoor dat de poort opengaat. Dan hoor ik de kleine man gezellig keuvelend met z’n opa naar binnen lopen, de deur naar de hal openen en samen de trap op gaan. Ik glimlach, dit is precies volgens onze wekelijkse routine. Ik ga de badkamer uit en bovenaan de trap doe ik heel verbaasd als de kleine in zicht komt. Hij roept enthousiast “Oma!’ en lacht naar me. Eenmaal boven pakt ie me bij de hand en neemt me mee naar zijn slaapkamer. “Oma koken” is het idee en vastberaden duwt kleinzoon me in de richting van zijn speelgoedkeukentje. Ik vind het helemaal leuk. Terwijl ik gehurkt bij het keukentje plaatsneem krijg ik een pannetje in de hand. Op het commando “Oma roeie” begin ik driftig met een houten pollepel in het pannetje vol met plastic groente en fruit te roeren. De kleine man vraagt wat ik wil eten, watermeloen of aardbei. Ik kies de aardbei. Dat wil hij zelf ook. Even later zitten we samen met een klein bordje en daarop allebei een enorme halve plastic aardbei met klittenband eraan. We smakken dat het een lieve lust is, elkaar tussendoor nauwlettend in de gaten houden. Kleinzoon springt op, we moeten allebei nog een beker melk. Als we uitgegeten zijn moet de loopauto van kleinzoon gerepareerd. Hij pakt zijn gereedschapskistje, zoekt zorgvuldig uit wat we nodig hebben en bewapend met een boormachine (ik) en een hamer (hij) gaan we aan de slag. We repareren dat het een lieve lust is. De tijd vliegt voorbij en ik realiseer me dat ik echt naar mijn werk moet. We onderhandelen over het speelgoed dat mee kan naar beneden. Ik heb wat haast, maar bij alles wat ik voorstel is het antwoord een groots en meeslepend “nee”. Als we eruit zijn, lopen we hand in hand de trap af. In de woonkamer draag ik ‘m over aan z’n opa, ze zijn dol op elkaar. Ik zeg dat ik naar mijn werk ga, maar kleinzoon geeft niet zonder slag of stoot toe. Hij zegt “Oma niet jerke” en probeert me aan mijn hand weer mee terug te nemen richting het speelgoed. Ik smelt…er is niets liever dat ik op dat moment wil! Maar het is toch écht tijd om te gaan, de plicht roept. We nemen afscheid en manlief en kleinzoon gaan naar boven om me, door het slaapkamerraam, uit te zwaaien. Het lukt me om de auto in te stappen en al zwaaiend weg te rijden. Ik vertrek. Als ik halverwege ben, kom ik tot de ontdekking dat ik iets essentieels ben vergeten. Shoot! Ik draai om en rij weer terug naar huis, stiekem blij met de gelegenheid om kleinzoon nog weer snel even te zien. Als ik binnenkom is ie niet eens verbaasd! Slim als ie is, maakt ie direct van de gelegenheid gebruik om me weer aan het samen spelen te krijgen. Ik weet me kranig te weren, pak wat ik nodig heb en geef aan dat ik echt weg moet. Maar niet zonder een dikke zoen van mijn kleine man! Hij doet wat ik ‘m vraag en deelt en passant ook nog een stevige knuffel uit. Als ik me omdraai om naar de deur te lopen, blijkt kleinzoon nog niet helemaal tevreden. Hij vindt, geheel terecht natuurlijk, dat ook opa, “Bellie” en “Woove” een fikse knuffel verdienen. Braaf doe ik wat de kleine van me verlangt, het kind kan er ook niets aan doen dat hij zo’n groots hart heeft. Ik ga dan écht naar mijn werk. Op gezette tijden krijg ik whatsapp updates of fotoverslagen. Manlief onderneemt altijd leuke dingen met kleinzoon! Als ik weer een foto op whatsapp binnen zie komen, bedenk ik me dat ik best een uurtje of 2 eerder naar huis kan, met de naderende vakantieperiode is het rustig op het werk tenslotte. Ook het thuisfront vind het een goed idee. Die middag doe ik wat ik moet doen en net even ietsje later dan ik gepland had, pak ik mijn spullen in, loop naar de auto en rij ik naar huis. Ik rij stevig door en 10 minuten later zie ik ons huis. Als ik voor het verkeerslicht sta, zie ik de auto van schoondochterlief ons oprit afrijden. Ze heeft me duidelijk niet gezien en teleurgesteld kijk ik naar de achterkant van haar wegrijdende auto. Eenmaal binnen geeft manlief aan dat ze echt nét vertrokken zijn. Dat weet ik, ik heb ze zien wegrijden tenslotte. Ik besluit dan thuis nog even aan het werk te gaan. Ondertussen ruimt mijn echtgenoot het speelgoed op en praat hij me bij over de afgelopen dag met onze kleinzoon. Als ik ben bijgepraat, kijken we elkaar tevreden aan. Wat een groots mannetje is het toch!